TEKST Miguel E. Keerveld, Curator-in-Residence voor het project ALAKONDRE: A space in time in samenwerking met Readytex Art Gallery (RAG).
In de verhalen van de bijbel staat vuur symbool voor een tsunami van ellende. Ook in mijn eigen levensgeschiedenis duikt het element vuur op, maar dan om te zoeken naar nieuwe manieren van zijn in relatie tot de tijd. Het maakt niet uit of het vinden van nieuwe benaderingen ontstaat vanuit mijn rol als kunstenaar, als curator of als iets ander … Ik heb veel respect voor vuur. Misschien heeft het bij de selectie van kunstwerken voor de expositie UDUBAKI part two gebrand? De kleuren in een groot aantal werken doen me aan vuur denken; iets wat ik nadrukkelijk in het werk van Remy Jungerman, Reinier Asmoredjo, Rinaldo Klas en Wilgo Vijfhoven voel én wat ik beschouw als kans voor zelfverwezenlijking.

UDUBAKI-verhaal
Ik ben vooral nieuwsgiering naar zelfverwezenlijking vanuit artistiek oogpunt. Hiervoor richt ik me op de serie exposities getiteld UDUBAKI, die het UDUBAKI-verhaal vanuit drie perspectieven vertelt. Deel één gaat over de relatie surrealisme en maskers. Deel twee baseert zich op de vrouwelijke sensatie in relatie tot het innerlijk kind. In deel drie wordt bij de diepere relatie stilgestaan. Door deze verhoudingen via kunst te laten zien, hoop ik bij te kunnen dragen aan andere impulsen in een wereld die te veel door mannelijke spierballen wordt gedomineerd. Dat ben ik meer dan zat, reden waarom ik tussen 7 en 29 januari 2022 de conversatie UDUBAKI part two in Readytex Art Gallery (RAG) installeer, waarmee dit deel van het verhaal inspeelt op het gezin in een Surinaamse context. Het is een eer dat Remy Jungerman hieraan deelneemt. Omdat niet alleen deze erekunstenaar bijzonder is, breng ik zijn werk in dialoog met o.a. het werk van de ‘local master’ Kit-Ling Tjon Pian Gi. Daarnaast selecteer ik ook werk van Hanka Wolterstorff, Paul Chang, Reinier Asmoredjo, Rinaldo Klas, Roddney Tjon Poen Gie, Wilgo Vijfhoven, Humphrey Tawjoeram (YouTube), Danasion Akobe (aka Dona) en Lola Ankarapi. Via verschillende beeldtalen focust dit deel van het UDUBAKI-verhaal op waarom moeders en kinderen belangrijke elementen in de Surinaamse beeldtaal kunnen zijn. En hoe Suriname kracht hieruit kan putten.
Bij sommige kunstwerken had ik mij ook bijzondere ervaringen durven voorstellen. De serie One Can Make A Difference van Kit-Ling Tjon Pian Gi, met Surinaamse schoolkinderen, was zo’n werk. Daarbij vroeg ik me af: welke abstracte schoonheid ondersteunde het proces én wat maakte dat de kunstenaar verbinding met schoolkinderen zocht? Een ander bijzonder werk vond ik het schilderij Face in the Sun van Reinier Asmoredjo, bewaakt door het veel-luik Nature in Abstraction van Paul Chang en ondersteund door het op de achtergrond toekijkende schilderij Two Souls van Rinaldo Klas. Omdat de natuur niet vanzelfsprekend in relatie tot de vrouw of tot naaktheid is gebracht in deze kunstwerken, droegen ze veel bij aan mijn zoektocht naar verdieping.


Vrouwelijke sensatie
In alle werken vond ik vrouwelijke sensatie terug. Voor mij droeg deze sensatie bij aan een diepzinnige manier van inclusie. In bijvoorbeeld het werk van Remy Jungerman zag ik dat. Hij is ‘onze alakondre export’, zoals theatermaker Alida Neslo over hem sprak. In UDUBAKI part two manifesteerde alakondre zich als architectonische ruimtelijkheid waarin ik onbegrensde subjecten kon erkennen. Het vroegere werk van Jungerman, de serie Peepina Antoinette met diverse gevogelte,herinnerde mij gelijktijdig aan wel- en aan niet-herkenbare zaken. In de installatie Alakondre combineerde ik deze prints daarom met werk van Kit-Ling Tjon Pian Gi (uit de series Gems in Your Brain en In Search Of…) en werken van Danasion Akobe en Lola Ankarapi. Mijn poging om de bezoeker eraan te herinneren dat ‘modern’ en ‘traditioneel’ altijd al samenvielen, deed ik door grenzen tussen hoge en lage kunst te vervagen. De bezoeker kon dan ook stilstaan bij twee kanten van hetzelfde.





Sommige werken vond ik enigszins problematisch. Dat waren kunstwerken waarvan ik vond dat de vrouw te nadrukkelijk in verband is gebracht met de natuur. Zijn vrouwen niet ook een ‘object’ van cultuur? Misschien ontstond de vrouw-natuur-relatie in mijn geprogrammeerde brein, en werd deze versterkt omdat ik aardig wat vrouwelijk naakt in enkele schilderijen zag. Terecht vond ik de reactie van een bezoeker die tijdens mijn rondleiding vroeg over deze clichés: ‘Wanneer ga ik ook mannelijk naakt in onze beeldende kunst zien?’ Antwoord bleef ik haar helaas schuldig. Zou tenminste mannelijkheid een thema voor een expositie in ons project kunnen zijn? Deel twee van UDUBAKI zocht naar de kracht in de verstrengeling van het innerlijk kind en de vrouwelijke sensatie als een dialoog met het vuur in de rituelen van Inheemse gemeenschappen in het Caribisch gebied.
In het algemeen strekt de focus op vuur in het proces van UDUBAKI veel verder. Ik ben geïnspireerd door Zijn en Tijd (Heidegger, 1927) waarin wordt opgeroepen tot zelfverwezenlijking (Zimmer, 2005). Waar Martin Heidegger vuur als een metafoor voor industrialisatie gebruikt, inspireert het mij om onze collectieve ervaringen te onderzoeken. Zo vind ik veel motivatie bij gemeenschappen als de Kariña. Behalve dat natuur en cultuur bij hen hand in hand gaan, wordt iedereen betrokken tijdens de algemene voorbereidingen bij het bewerken van hun landbouwgronden. Dit is bekend als moshiro. Hierin zie ik een diepe vorm van inclusie, tussen natuur en cultuur én tussen mensen onderling. Nadat de gemeenschap het bewerkte gebied onder verschillende gezinnen heeft verdeeld, volgt koiwara: een ritueel waarbij moeders en kinderen hun toegewezen deel zelf bewerken door houtstapels van onvoldoende verbrande boomstammen en takken verder te verbranden. Daarom breng ik die zelfbeschikking van Heidegger in relatie tot koiwara.


Moshiro en alakondre
Zijn moshiro en alakondre met elkaar te vergelijken? In de Surinaamse context zijn ze ervaringen met diepe innerlijke belevingen van inclusie, waardoor ze zich ook in onze kunst manifesteren. Hier denk ik bijvoorbeeld aan het werk van Klas die mens, flora en fauna in elkaar verweeft. Ook de verstrengeling van flora en fauna in het werk van Roddney Tjon Poen Gie herinnert aan inclusie voorbij de menselijke realitiet. Om dit goed te begrijpen is kennis van alakondre-fasi vereist, wat ook als basis nodig is om de diversiteit in de UDUBAKI-expositieste kunnen lezen. Betekenis geven aan alakondre-fasi begint met het erkennen dat alakondre tegenovergesteld is aan apartheid; fasi is Sranan voor methode. Echter, alakondre-fasi isniet vertaalbaar. In pogingen om het begrip alakondre te vertalen, wordt verwezen naar ‘universeel’ (Ensie, 2017) die in relatie tot winti (een hybride-filosofie in Suriname gebaseerd op Inheemse, Afrikaanse en Europese kennis) wordt geplaatst. Maar ik breng alakondre liever in verband met een compositie: de manifestatie van wat ‘nooit meer- of enkelvoud is, nooit één wereld en daarom ook nooit meerdere werelden is’. Deze compositie is wat een moderne politieke theorie peasant consciousness noemt: ‘het vermogen dat specifieke anders-dan-menselijke persoonlijkheden veroorzaken in iemand, zodat hij of zij zich in een effectieve relatie ermee kan begeven’ (Cadena, 2015). Juist omdat kunst in Suriname zo anders is, overstijgt alakondre-fasi wat men kent als winti. Benadering van alakondre vanuit territorium maakt het onmogelijk de diepte hiervan te kunnen beleven.



Ik vraag me af: wie is zich helemaal bewust van alakondre? Voor mij is het complexiteit van de Caribische ‘identiteit’ dat gebaseerd is op een proces van uitwisseling met elkaar. Daarom is alakondre in Surinaamse kunst het gelijktijdig in staat zijn eenzelfde en verschillende (beeld)talen in één of meer objecten te her- en erkennen; een fenomeen dat zich als agama gedraagt. De alakondre spiritin onze beeldtaal vertaalt zich ook voorbij de realiteit van schilderijen. Het werk van Hanka Wolterstorff, vervaardigd uit klei, roept bij mij de kracht van prana op en ik word gelijktijdig naar Moeder Aarde verwezen. Bekend als Mama Aisa (in Suriname) en als Pacha Mama (bij Inheemse volkeren van de Amerika’s), vind het helemaal niet gek dat Moeder Aarde veelal als een kameleon wordt voorgesteld. Jammer genoeg begrijpt men niet altijd de diepere nuance hiervan. Net als de kameleon is alakondre een diepgewortelde compositie van onze creatieve en culturele ervaring. In het Caribisch gebied is de ervaring met alakondre niet hetzelfde als die van Nederland bijvoorbeeld, want de Nederlandse ervaring met alakondre is voor ons Een Ander. En toch, UDUBAKI gaat ook over iemand die niet echt-echt Caribisch is.




Van links naar rechts: keramiek Hanka Wolterstorff (2 foto’s), beeld Remy Jungerman (boven) en Kit-Ling Tjon Pian Gi (onder); posters van prints Remy Jungerman
Om de ambiguïteit die alakondre is goed te demonstreren, moet iemand echt-echt Caribisch zijn. Neem bijvoorbeeld, de vaststelling dat more is more naadloos aansluit op de alakondre-gedachte (Krieger, 2021). Dit laat me fronsen. Het maakt mij wel bewust dat alakondre-fasi een onbegrensde ruimtelijkheid is waarin de UDUBAKI-trilogie vanuit innerlijke spontaniteit ontstaat. Hoewel UDUBAKI part two ‘more is more’ toont, laten andere delen denken aan less is more. Het is om deze inclusieve geest van alakondre, en om voort te bouwen op artistieke onderzoekingen en conversaties over de rol van alakondre in de Surinaamse kunst, dat ik de gedachte I kroywara I: ik loop met jou en jij loopt met mij alseen stevige en noodzakelijke basis gebruik. Dit is mijn vertrekpunt in postmodernisme en een visie voor de 21ste eeuw. In deze visie zie ik een Opète waar ook Jungermans werk mij aan herinnert, naast kenmerken van het modernisme van de 20ste eeuw. Doordat zijn werk op een geniale wijze demonstreert wat alakondre-fasi is, snap ik waarom hij ook in Nederland zo goed wordt begrijpen.
De essentie van alakondre-fasi vind ik bijzonder. Het is een bewust-onbewust spanningsveld en gaat voorbij grenzen van etniciteit, gender en natie. Zo is van Jungerman bekend dat zijn werk in Nederland aan dat van de kunststroming De Stijl doet denken. Echter, hoeveel mensen in Suriname zegt De Stijl iets? Ongeacht de artistieke intentie in het werk van deze erekunstenaar; ik zie ‘traditionele’ kunst. Zijn werk biedt een veelheid aan associaties, waarom ik het in relatie plaats tot o.a. Moderne, Inheemse en Marrontradities. Dan richt ik me ook op verschillen en overeenkomsten van zijn werk in een constellatie met werk van Kit-Ling Tjon Pian Gi, Lola Ankarapi en Danasion Akobe .


Dat het misschien uitdagend voor Een Ander is alakondre te begrijpen, snap ik. Juist door de verschillende grondhoudingen van Suriname en Nederland kunnen diverse ervaringen met alakondre ontstaan die ook tegengesteld zijn. Het project ALAKONDRE: A Space in Time is dan ook een manier om diepere inclusie, zoals ruimte waarin wij met elkaar op navelniveau in verbinding staan, te demonstreren aan Een Ander. Voor ons is deze verbinding een plezierig ontmoeten. Volgens één van mijn mentoren: ‘We vieren de vrijheid van diversiteit, identiteit, affiniteit … alle drie tegelijk … We celebrate …’ (Neslo, 2021).
Bronnen:
- Cadena, M. de la, Earth Beings: ecologies of practices across Andean Worlds
- Ensie, Algemeen Nederlands Woordenboek
- Heidegger, M., Zijn en Tijd
- Krieger, B., Zet je tropenhelm af en kijk om je heen; Eldorado bevindt zich hier in Nederland
- Neslo, A., Proclamatie Art Manifesto part 1
- Zimmer, R., De schatkamer van de Filosofie: een sleutel tot 16 onsterfelijke werken
+++
Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie verleend uit het Dr. Silvia W. de Groot Fonds.
Lees meer over het Dr. Silvia W. de Groot Fonds hier.
Lees meer over Dr. Silvia W. de Groot hier.
Miguel E. Keerveld (Suriname, 1982) werkt samen met het merk EdKe en de performance persona Tumpi Flow. Opgeleid in de civiele techniek opereert ‘hij’ met focus op beeldtaal en creatief schrijven. Als een hybride-intuïtief concept voert ‘zij’ politieke interventies uit die verband houden met sociale praktijk. Als onderzoeker is ‘het’ gericht op het activeren van performatieve politiek en het manifesteren van rituelen, beide gerelateerd aan creatieve counseling en civic engineering van een cyborg-feministisch project.
FOTO’S Courtesy Ada Korbee & Readytex Art Gallery (RAG)